Blijvend aandacht voor welzijn op ’t Hooghe Landt

Hoe vergroot je het welbevinden en de veerkracht van leerlingen en medewerkers? Op ’t Hooghe Landt in Amersfoort staat dit onderwerp al jaren met stip op één. Ondersteuningscoördinator Martina Acharrat en rector Rein Westrik vertellen wat werkt en wat lastig blijkt.

In september 2023 vertelden Martina en Rein in dit praktijkvoorbeeld wat de school tot dan toe had gedaan om veerkracht en welbevinden van iedereen in de school te verbeteren. In het totaalpakket dat zij toen inzetten, zaten onder meer een aangepast toetsbeleid, een stevig mentoraat, speciale lespakketten en samenwerkingen met jeugdhulpverlening. Dat heeft al veel opgeleverd, en de school heeft dit inmiddels uitgebreid met onder meer een training over jeugdcultuur, een jongerenwerker in de school en een scholingscarrousel voor docenten.

Minder en formatief toetsen

“We hebben gemerkt dat met name docenten die wat traditioneler opgeleid zijn het spannend vinden om minder te toetsen”, vertelt Rein over het aangepaste toetsbeleid op zijn school. “Als je met elkaar bespreekt dat je minder wilt toetsen en vaker formatief, vindt bijna iedereen dat een goed idee. Toch betwijfelen sommigen of het uiteindelijk verstandig is, onder meer met het oog op het vervolgonderwijs. Datzelfde geldt voor de pilot voor automatisch bevorderen in de vwo-onderbouw en van 5 naar 6 vwo. Dit zijn dus dingen waarover we met elkaar in gesprek blijven.”

Minder toetsen zorgt er niet automatisch voor dat leerlingen minder stress hebben

“Minder toetsen zorgt er niet automatisch voor dat leerlingen minder stress hebben”, vult ondersteuningscoördinator Martina aan. Naast intern aanspreekpunt voor ondersteuning is zij contactpersoon voor de gemeente, sociale wijkteams, leerplichtambtenaren en jeugdhulpverlening. “In theorie zou je toetsen langer kunnen maken, maar dan schiet je je doel voorbij. Het ondersteuningsteam bespreekt daarom samen met de afdelingsteams hoe docenten leerlingen gemotiveerd kunnen houden en tegelijkertijd hun schoolse ontwikkeling kunnen stimuleren. Ik merk dat er steeds meer enthousiasme is bij collega’s om daar met elkaar aan te werken.”

Versterkt mentoraat

Behalve minder toetsen draagt ook een grotere rol van de mentor bij aan het welbevinden van leerlingen op school, vertellen Rein en Martina. “We hebben het versterkte mentoraat zelfs uitgebreid”, aldus Martina. “In de brugklassen starten leerlingen vier keer per week hun dag een half uur met de mentor. De tweede klassen doen dat drie keer en vanaf de derde klas gebeurt het twee keer per week.” Nieuw is de mentorcoach: “Zij geven mentoren advies op het gebied van leerlingbegeleiding en helpen bij een goede invulling van het begeleidingsuur.” Naast de mentoren en de mentorcoaches heeft elke afdeling ook twee mensen voor leerlingenzaken, die vooral voor registratie en analyse van resultaten zorgen. Rein: “Dat ontlast de mentoren.”

Leerlingen kunnen met vragen en problemen niet alleen bij hun mentor terecht, maar ook bij een jongerenwerker die zestien uur per week in de school aanwezig is. Martina: “Hij is er echt voor de leerlingen, niet voor ons. Als hij in de pauze bepaald gedrag ziet, kan hij direct op een leerling afstappen en informeel het gesprek aangaan. Dat is heel anders dan wanneer een surveillerende docent probeert de orde te bewaren in een pauze. We zien dat die andere benadering echt werkt.”

Jeugdcultuur

Voor leerlingen die door bijzondere omstandigheden dreigen uit te vallen, heeft de school een vangnet in de vorm van groepsvoorziening ‘Back-Up’, vertelt Martina. “Dat doen we samen met het samenwerkingsverband passend onderwijs. Inmiddels is het een vaste voorziening geworden die we blijven ontwikkelen met nieuwe interventies. En we boeken mooie, positieve resultaten.” Back-Up-leerlingen houden vaak de link met school, meestal via hun mentor. Maar soms ontwikkelen ze zich op een andere manier, vertelt Rein: “Eén van de leerlingen heeft in dit traject geleerd om dieren op te zetten van een ervaren preparateur. Hij krijgt binnenkort een contract aangeboden. Naar school gaan lukte niet, maar bij Back-Up is hij helemaal opgebloeid. Zo zorgen we ervoor dat we leerlingen niet loslaten, ook als ze niet bij ons op school zitten.”

Om beter te kunnen omgaan met de jeugdcultuur, de polarisatie in de samenleving en de soms heftige gebeurtenissen in de wereld, is ’t Hooghe Landt gestart met een nieuwe, schoolbrede training voor alle medewerkers. Rein: “De huidige maatschappelijke ontwikkelingen hebben veel invloed op onze school, onder meer omdat wij een diverse leerlingpopulatie hebben. Met de training proberen we ervoor te zorgen dat er meer balans komt in hoe docenten reageren op ongewenst gedrag van leerlingen en in welke interventies ze inzetten. Dat maakt het voor leerlingen voorspelbaarder en ook dat heeft met welbevinden te maken.”

Ontwikkeling van medewerkers

De afgelopen twee jaar heeft ’t Hooghe Landt een interne scholingscarrousel opgezet voor medewerkers, zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen. “Een deel van de onderwerpen, zoals passend onderwijs, is verplicht”, vertelt Martina. “Het andere deel is facultatief. We behandelen allerlei onderwerpen, zoals welbevinden of didactische vaardigheden. De meeste trainingen worden gegeven door eigen mensen. Zo geven mentorcoaches trainingen over het mentoraat. Maar we vragen ook mensen van buiten, bijvoorbeeld over een onderwerp als groepsdynamiek.”

De ontwikkeling van medewerkers wordt daarnaast gestimuleerd door lesbezoeken, vertelt Rein. Die hebben de afgelopen jaren een andere insteek gekregen: “Voorheen ging het over resultaten, bijvoorbeeld over waarom jouw klas lagere cijfers haalt. Dat doen we niet meer, want eerlijk gezegd is dat geen prettige manier van werken. De gesprekken over wat in de lessen gebeurt, gaan nu over nieuwsgierig zijn naar elkaar en leren van elkaar. Dat maakt het samenwerken prettiger. Het zorgt er bovendien voor dat we een aantrekkelijker werkgever zijn, ook voor startende docenten en docenten op onze opleidingsschool. Je krijgt van ons de ruimte om fouten te maken.” Martina: “Oordelen proberen we zoveel mogelijk achterwege te laten. We willen graag dat de school een veilige plek is, waar het niet spannend is om te zeggen dat je iets nog niet weet of kan.”

Tips

Sommige zaken die het welbevinden vergroten, vinden Martina en Rein heel normaal omdat ze ‘gewoon’ bij de school horen. Ze geven collega-scholen deze tips:

Maar, besluit Rein: “Investeren in de relatie met en tussen leerlingen en medewerkers moet niet beperkt blijven tot de start van het schooljaar en een paar vastgestelde momenten. Het is gedurende de gehele schoolloopbaan enorm belangrijk!”

Zie ook: