Leren van én met elkaar: hoe het Sint-Janslyceum studiedagen nieuw leven inblaast

Paul van Puijenbroek en Esther Soetekouw van het Sint-Janslyceum uit 's-Hertogenbosch namen deel aan de eerste editie van het leerlab Doordacht leiderschap in de lerende schoolorganisatie. Waarom namen ze hieraan deel en welke opbrengst nemen ze mee naar dit schooljaar? In dit duo-interview vertellen ze vol enthousiasme over de nieuwe inzichten die het leerlab hen opleverde.

Paul als teamleider havo onderbouw en Esther als teamleider vwo bovenbouw vonden elkaar in hun passie voor de professionalisering en ontwikkeling van collega’s. Samen wilden ze aan de slag met een concreet vraagstuk op hun school: het anders vormgeven van de studiedagen. “We merkten dat daar weinig energie uitkwam”, vertelt Paul, “het werd ervaren als hapsnap en iedereen volgde hetzelfde programma.” Esther vult aan: “Onze docenten moeten differentiëren, dat zouden we met de studiedagen ook moeten doen. Daar zijn we dus mee aan de slag gegaan.”

Over het leerlab

In het leerlab Doordacht leiderschap in de lerende schoolorganisatie leer je, als leider, hoe je het leren op alle niveaus van je school vormgeeft – en wat jouw rol daarin kan zijn. Je gaat in 6 bijeenkomsten aan de slag met je eigen casus, doet nieuwe inzichten én vaardigheden op en krijgt begeleiding van experts op het gebied van professionele schoolcultuur, evidence-informed werken en veranderkunde. Je neemt deel met minimaal één andere collega om het leren in jullie schoolorganisatie samen te versterken.

Meer informatie en aanmelden

Evidence-informed

Tijdens het leerlab kregen Paul en Esther de ruimte om meer te leren over evidence-informed werken én dit direct toe te passen op hun eigen casus. Volgens Esther was dit de kracht van het leerlab: “Je wordt gevoed met theorie, en kunt op diezelfde dag met je praktijkstuk aan de slag, waardoor je directe feedback krijgt van de begeleiders. En dat je met z’n tweeën deelneemt en even buiten de school bent, houd je scherp.” Ook Paul vond dit erg sterk: “Die verwerkingstijd is heel prettig. Dat mis je nog wel eens, dat je er de volgende dag op school mee aan de slag moet, en dan komt de waan van de dag weer om de hoek kijken.”

“Je bent echt bezig met praten over hoe je onderwijs vormgeeft en ontwikkelt. Dat zijn de leukste gesprekken.”

Paul van Puijenbroek

Aan het einde van het leerlab kregen Paul en Esther de opdracht hun casus, inclusief doelstellingen, aanpak en nieuwe opzet, samen te vatten met een poster (versie 1). Deze poster hebben ze na het leerlab verder uitgewerkt tot een nieuwe poster (verise 2). Dit schooljaar zijn ze gestart met de nieuwe opzet van de studiedagen, waarin workshops voor én door collega’s centraal staan. “Tijdens het leerlab konden we beslissen wat we dit schooljaar wilden oppakken, dus we hebben nu een nieuwe cyclus opgetuigd en een onderwijscommissie, bestaande uit zes docenten, gevormd. Volgend jaar willen we hen bij het programma betrekken. Wij hebben nu iets neergezet, maar we willen blijven verbeteren en ontwikkelen”, aldus de teamleider havo onderbouw.

De onderwerpen van de workshops variëren van taalgericht vakonderwijs (Lesgeven van A tot Z) en het gebruik van ChatGPT tot vak verbindend onderwijs en werken met whiteboards. Esther: “Hiervoor hebben we een enquête uitgezet om de behoeftes op te halen. We maakten tweetallen uit verschillende teams voor het verzorgen van de workshops, zodat ze elkaar scherp houden en van elkaar konden leren.” Paul vult haar aan. “De workshops zijn ook gekoppeld aan de doelen in het schoolplan. Een belangrijk doel is dat we goede lessen willen verzorgen, dus de workshops zijn nu vooral gericht op de leskwaliteit.”

Het tweede primaire proces

Voor Paul waren de inzichten uit het leerlab erg helpend voor de nieuwe opzet. “Je hebt een curriculum waar je aan werkt met je leerlingen, maar wat we in het leerlab terugkregen is: hoe bouw je een curriculum in de ontwikkeling van je docenten? Het model van Academie tien over het tweede primaire proces heeft daarbij echt mijn ogen geopend. We hebben het vaak over het primaire proces van het leren van leerlingen, maar we vergeten soms het leren en blijven ontwikkelen van de docent. Wij als leidinggevenden moeten dit faciliteren, zodat de overdracht van expertise tussen docenten vanzelfsprekend wordt.”

“We hebben het vaak over het leren van leerlingen, maar we vergeten soms het leren en blijven ontwikkelen van de docent.”

Paul van Puijenbroek

De grootste uitdaging van de nieuwe opzet was voor beide teamleiders dat alle mooie plannen op papier ook beklijven binnen de school. “We willen mensen inspireren met de workshops, maar je wil natuurlijk dat de docenten het toepassen in de les”, legt Paul uit. Waarop Esther hem aanvult: “Het moet doorleefd worden door iedereen.” Dat het leeft, blijkt in ieder geval uit de eerste reacties. “Docenten zeiden: wat fijn dat we wat langer de tijd krijgen om echt iets uit te kunnen werken, dat er keuzes worden gemaakt en dat we zelf kunnen kiezen wat we willen doen”, aldus Paul.

Vervolgstappen

Wat zijn nu de vervolgstappen om niet alleen de vernieuwde studiedagen, maar alle plannen realiteit te laten worden? Esther: “We gaan meer gesprekken voeren over de ontwikkeling van de docenten om de eigen ontwikkeling uit te stippelen. Maar we hebben ook plannen om de intervisie uit te breiden naar alle zittende docenten, en niet alleen voor nieuwe docenten in hun inductietraject.” Paul licht een ander voorbeeld uit. “Die collegiale visitatie zouden we heel graag naartoe willen, maar dat was voor nu te ambitieus.”

Aan het einde van het gesprek vat Paul de visie van hem en Esther kort maar krachtig samen. “Je hoeft er nog niet te zijn, maar je moet ervoor openstaan om ergens naartoe te groeien. Want dat is onderwijs.”