Geen koerswijziging OCW rond vrijwillige ouderbijdrage
Er komt op korte termijn geen afschaffing of limittering van de vrijwillige ouderbijdrage, vanwege de 'gekozen focus' van het huidige (demissionaire) kabinet en de kosten die een beleidswijziging met zich mee zou brengen. Dat stellen minister Moes en staatssecretaris Becking in hun reactie op het advies ‘Armoede en Onderwijs’ van de Onderwijsraad, die op 3 december naar de Tweede Kamer is gestuurd.
De Onderwijsraad publiceerde haar advies ‘Armoede en Onderwijs’ eerder dit jaar, op verzoek van de Tweede Kamer. Hierbij onderzochten zij wat nodig is om te zorgen dat jongeren in armoede volwaardig kunnen deelnemen aan het vo en mbo.
Vrijwillige ouderbijdrage
In hun brief gaan de bewindspersonen in op de verschillende voorstellen die gedaan zijn door de Onderwijsraad. Ze geven hierbij onder meer aan geen veranderingen te willen doorvoeren met betrekking tot de vrijwillige ouderbijdrage, hoewel de Onderwijsraad adviseert deze te limiteren en te gaan werken met een bovenschoolsfonds. Eerder deed de VO-raad de oproep om de vrijwillige ouderbijdrage af te schaffen, in combinatie met een ophoging van de lumpsum. Hierbij zouden scholen deze extra middelen kunnen gebruiken om aanvullende activiteiten te organiseren en deze kosteloos aan alle leerlingen aan te bieden.
De bewindspersonen schrijven verder dat er geen verhoging komt van het budget voor de onderwijskansenregeling, zoals de Onderwijsraad wil. Wel worden stappen gezet in het omzetten van subsidieregelingen naar structurele financiering. Vanaf 2029 worden de programma’s School en omgeving, Schoolmaaltijden en Burgfunctionaris via één structurele aanvullende bekostigingsregeling gefinancierd. De VO-raad is hier blij mee en is de komende periode nauw betrokken bij de uitwerking hiervan.
Verantwoordelijkheid
In haar advies roept de Onderwijsraad gemeenten op om hun coördinerende en initiërende verantwoordelijkheid te pakken in het lokale armoedebeleid en het vo en mbo structureel te betrekken bij de lokale educatieve agenda. De bewindspersonen stellen in een reactie hierop dat zij het belang van een sterke samenwerking tussen scholen en gemeenten onderschrijven.
Ook de VO-raad vindt dat scholen niet de eerstverantwoordelijke zijn om problemen voortkomend uit armoede op te lossen. Tegelijkertijd zien sommige scholen de ernstige gevolgen van armoede de school binnenkomen, waardoor zij niet anders kunnen (en willen) dan hier op in te spelen middels bijvoorbeeld het verstrekken van schoolmaaltijden of het instellen van een brugfunctionaris. Daarnaast hebben alle scholen een rol in het zo laag mogelijk houden van de schoolkosten voor leerlingen en ouders. De VO-raad heeft hierover een brochure Schoolkosten gepubliceerd, met inspiratie en tips.
Armoede en geldzorgen: wat kan de school betekenen?
Eerder organiseerde de VO-raad een inspiratiebijeenkomst en publiceerden we een overzichtsartikel over wat de school kan betekenen om de negatieve gevolgen van armoede op de schoolloopbaan van leerlingen tegen te gaan. Naar aanleiding van hun onderzoek heeft de Onderwijsraad ook vijf portretten van scholen laten optekenen die allemaal een eigen aanpak kennen op dit vlak.
Ook op het VO-congres 2026 zal het thema 'omgaan met armoede op school' aan bod komen.