Ook Onderwijsraad benadrukt: stelselwijziging gericht op latere selectie noodzakelijk
De Onderwijsraad heeft in een brief aan de Tweede Kamer de urgentie benadrukt om op korte termijn uitvoering te geven aan hun advies ‘Later selecteren, beter differentiëren’ (uit 2021). De huidige vroege selectie en de negatieve gevolgen hiervan voor de kansengelijkheid maken dat structuurwijzigingen onvermijdelijk zijn en niet langer kunnen wachten, aldus de raad. Eind oktober deed de VO-raad een soortgelijke oproep.
Zowel de VO-raad als Onderwijsraad reageren hiermee op de recente brief van staatssecretaris Paul over de ex ante evaluatie van het advies van de Onderwijsraad uit 2021. Hierin schrijft de staatssecretaris dat ze de aanbeveling uit de evaluatie om ‘vooralsnog het huidige stelsel te behouden’, overneemt.
De huidige inrichting van ons onderwijsstelsel staat kansengelijkheid echter dermate in de weg, dat structuuraanpassingen op korte termijn noodzakelijk zijn, benadrukt de Onderwijsraad opnieuw. Door de jaren heen hebben diverse onderzoeken steeds opnieuw laten zien dat de vroege selectie die het Nederlandse onderwijsstelsel kent, alsook het scherpe onderscheid tussen onderwijsrichtingen en het vaak op gescheiden locaties aanbieden van deze richtingen, leiden tot ongelijke ontwikkelkansen voor leerlingen.
Het advies in de evaluatie om voor nu in te zetten op alternatieve (tijdelijke en kleinschaligere) maatregelen is volgens de Onderwijsraad niet voldoende om deze negatieve effecten (structureel) weg te nemen. Dit soort maatregelen - zoals de stimuleringsmaatregel brede brugklassen - worden bovendien momenteel wegbezuinigd. Om echt te komen tot meer gelijke kansen, is een structuurwijziging onontkoombaar, aldus de raad. Zij roept het kabinet op de politieke moed te tonen om op korte termijn de benodigde stappen op dit vlak te zetten, en verwijst hierbij naar haar adviesrapport uit 2021.
In de brief aan de Kamer verwijst de Onderwijsraad ook naar het pleidooi van de VO-raad voor meer brede scholengemeenschappen.