Eindadvies curriculumcommissie: transparante aanpak, betrek leraren structureel 

De Wetenschappelijke Curriculumcommissie vindt dat er de komende decennia permanent aandacht moet blijven voor een actueel en hoogwaardig curriculum. Het is belangrijk om perspectief te bieden op een solide en goed gestructureerde aanpak, want de afgelopen jaren was er te veel sprake van een haperend proces van curriculumherziening. De commissie adviseert een kennisinfrastructuur rond curriculumherziening in te richten, waarbij blijvend wetenschappelijke advies nodig is. Dat staat in het eindadvies dat de commissie op 27 januari 2025 overhandigde aan staatssecretaris Mariëlle Paul.

Volgens de commissie zou de kennisinfrastructuur rond curriculumherziening de volgende kaders moeten hebben:

De Wetenschappelijke Curriculumcommissie heeft de ministers en de staatssecretaris van OCW in de afgelopen vier jaar geadviseerd over het herzieningsproces. Nu het eindadvies is opgeleverd treedt de commissie die tijdelijk was ingesteld terug.

De VO-raad onderschrijft het belang van blijvende aandacht voor een actueel en hoogwaardig curriculum. Om de actualisatie van het curriculum periodiek en goed doordacht aan te pakken, moeten de verantwoordelijkheden van betrokkenen goed in het oog worden gehouden. Denk aan leraren en leerlingen, maar ook schoolleiders, wetenschap, OCW en SLO. Naast de wetenschappelijke advisering dienen ook de ervaringen uit de praktijk een prominente positie te krijgen. Het vereist een solide proces waarbinnen adequaat en tijdig gehandeld kan worden. Daarmee wordt het mogelijk om leerlingen onderwijs te kunnen bieden dat aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen en die representatief zijn voor de kennis en vaardigheden die het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt vragen.

De sector gaat graag voortvarend aan de slag met de geactualiseerde kerndoelen. De invoering van het geactualiseerde curriculum met doorlopende leerlijnen vergt met het oog op goede verankering van basisvaardigheden, nieuwe leergebieden als digitale geletterdheid en burgerschap een nauwe samenwerking en afstemming in en tussen teams van leraren. Essentieel is dat hiervoor voldoende tijd en ruimte is voor onderwijsprofessionals om collectief te leren van en met elkaar.