Publicatiemoment van cijfers is radertje in het geheel van mentaal welzijn

Het Kalsbeek College paste het publicatiemoment van cijfers in Magister aan naar schooldagen tussen 16.30 en 19.30 uur. Dit zorgt voor meer rust in de klas én meer eigenaarschap van leerlingen over hun cijfers, ook richting hun ouders. Toch moet het niet worden gezien als het ei van Columbus: “Het is een radertje in het grote geheel van mentaal welzijn.”

Rutger Punt is locatiedirecteur Bredius, een van de twee scholen die onder het Kalsbeek College vallen. Hij vertelt dat de school al lange tijd voorspelbaar wilde zijn in het moment dat leerlingen cijfers ontvangen. “We vinden het niet oké dat leerlingen bij nacht en ontij gestoord worden, of dat het bijvoorbeeld de sfeer drukt op een familieverjaardag in het weekend. Hierover hadden we al gesprekken met de ontwikkelaars van Magister. Eigenlijk zaten we dus te wachten op het moment dat we het voor leerlingen dicht konden zetten, maar dat een docent wel alsnog op ieder moment cijfers kon invoeren.”

Proces

Toen dat begin 2025 mogelijk werd in Magister, duurde het niet lang voordat de school het invoerde. Astrid Schouten, locatiedirecteur Schilderspark: “Belangrijk was dat docenten niet beperkt zouden worden in het invoermoment, want dat zou werkdrukverhogend zijn. Leraren moeten de vrijheid hebben om cijfers in te voeren wanneer het hen uitkomt, bijvoorbeeld ‘s avonds laat.” Daarnaast besprak de school het plan in de ouderraad. Rutger: “Ouders gaven gelijk aan dat het helpend zou zijn. Tegelijkertijd kregen we terug - geheel terecht - dat dit sechts een klein onderdeel aanpakt.”

"Een gesprek moet niet gaan over een cijfer an sich, maar over wat je nodig hebt om de stof te beheersen"

Geen ei van Columbus

Volgens Rutger en Astrid kan de aanpassing van het publicatiemoment niet worden gezien als het ei van Columbus. Rutger: “Toetsdruk en schoolstress is een complex probleem. Het zelfbeeld van jongeren, de school, de ouders, de maatschappij: het zijn allemaal partjes van de grote medaille.” Astrid refereert aan het onderzoek van KidsRights dat eind augustus 2025 werd gepubliceerd. Daaruit blijkt opnieuw dat 61% van de Nederlandse jongeren regelmatig of zelfs vaak prestatiedruk ervaart, meestal als zij met school of studie bezig zijn. Astrid: “Jongeren voelen zich tegenwoordig meer gedwongen om een recht pad te bewandelen. Terwijl wanneer je aan ouders vraagt wie nog iets doet met zijn of haar vooropleiding, zijn dat er maar weinig. De meesten hebben een nieuw pad gevonden. We gunnen jongeren ook wat meer ontspanning daarin. Er zijn meerdere paden te bewandelen en je hoeft niet gelijk een perfecte keuze te maken.”

Voorspelbaarheid

Wat de school kan bijdragen aan het mentaal welzijn en welbevinden van jongeren, is volgens Astrid en Rutger voorspelbaarheid bieden. Astrid: “Het publicatiemoment is daar één voorbeeld van, maar we proberen voorspelbaarheid te bieden op meerdere fronten. Zo geven we met het programma van toetsing leerlingen inzicht in wat ze kunnen verwachten per vak en toets. Meer in het algemeen schetsen we een duidelijk beeld van wat er allemaal mogelijk is op school. Daarbij kijken we naar wat de beste plek is voor een leerling en daarover voeren we het gesprek met ouders en leerlingen. En we trainen onze mentoren: hoe zie je de leerling nou echt en welke handvatten heb je om de leerling te begeleiden.”

Leerlingen blij

Uit de gesprekken met leerlingen maken Astrid en Rutger op dat leerlingen blij zijn met het aangepaste publicatiemoment. Astrid: “In juni hebben we met een aantal leerlingen gesproken. Leerlingen weten nu waar ze aan toe zijn en worden ‘s avonds laat niet meer gestoord door Magister-notificaties op hun telefoon. Ook geven ze aan dat het in de lessen zelf rustiger is. Voorheen werd er wel eens een cijfer gepubliceerd tijdens schooltijd. De mobieltjes zaten dan wel in de kluis, maar leerlingen konden nog steeds Magister raadplegen via computers. Dan ging het in de les alleen nog maar daar over. Doordat het publicatiemoment na schooltijd is, komt dat nu niet meer voor.” Rutger geeft aan dat ze het ook in de leerlingenraad willen evalueren. “Maar ook dat gaat over welzijn en welbevinden in de brede zin. Aan welke knoppen kunnen we als school nog meer draaien om voorspelbaarder te zijn voor leerlingen?”

"De autonomie van jongeren weer versterken, dat is het overstijgende waar we mee bezig zijn"

Eigenaarschap over cijfers bij leerlingen

Het Kalsbeek College hoopt dat het eigenaarschap over cijfers meer bij leerlingen komt te liggen. Astrid: “We willen voorkomen dat leerlingen thuiskomen en direct ‘goed gedaan!’ of ‘hoe kan dit nou?’ te horen krijgen van ouders. Vaak heeft een leerling, zeker nu telefoons in de kluis liggen, het cijfer zelf nog niet gezien.” Rutger vult aan: “Ik refereer het aan mijn eigen schooltijd: het was goed dat ik zelf verantwoordelijkheid droeg om een slecht cijfer recht te breien. Het ging om het totaalplaatje, als ik een slecht cijfer had, kon ik dat nog even verbergen voor mijn ouders totdat daar weer een goed cijfer tegenover stond.” In een recente podcast van Kennisnet over de aanpassing op het Kalsbeek College, geeft leerling Yinthe (13 jaar) aan dat ze het fijn vindt om het zelf te vertellen aan haar ouders wanneer ze een goed cijfer heeft. “Dat je trots op jezelf kan zijn en dat je dat tegen je ouders kunt zeggen. In plaats van dat je een reactie van je ouders krijgt die al hebben gezien dat je een cijfer hebt gehaald.”

Een toekomstgericht gesprek

Astrid en Rutger hopen dat het goede gesprek thuis vaker gevoerd wordt. Rutger: “Het gesprek moet niet gaan over een 7.4 of een 4.3. Een onvoldoende halen kan een waardevol leermoment zijn. Het geeft aan dat je een onderdeel nog niet beheerst. Het gesprek moet dan gaan over wat je nodig hebt om de stof wél te beheersen. Daarmee voer je een toekomstgericht gesprek wat zoveel waardevoller is dan een gesprek over welk cijfer je moet halen om gemiddeld een 5.5 te staan. Dan ben je als ouder ondersteunend aan het leerproces van je kind. Het is wellicht idealistisch, maar daar streven we naar.” Astrid sluit af: “Uiteindelijk gaat het erom dat we een stuk ruimte aan leerlingen teruggeven. Ruimte om regie te houden over het delen van behaalde resultaten en hun eigen schoolcarrière. De autonomie van jongeren weer versterken, dat is het overstijgende waar we mee bezig zijn.”