Examinering en toetsing

Scholen hebben de belangrijke verantwoordelijkheid te zorgen voor een goede, procedureel zuivere organisatie van de school- en centrale examens (samen het eindexamen), zodat leerlingen een diploma kunnen halen waarvan de waarde buiten discussie staat. De VO-raad faciliteert leden op dit vlak. Speerpunt is daarnaast het herijken van de centrale examensystematiek in het vo, zodat scholen meer eigentijds onderwijs - met meer aandacht voor maatwerk en brede vorming - kunnen bieden.

Actualiteit

Examenstelsel uit balans

Het eindexamen bestaat in Nederland voor bijna elk vak uit twee gelijkwaardige delen: een schoolexamen en een centraal examen. Nederland kent daarin een in internationaal opzicht opmerkelijk fijnmazig stelsel van centrale toetsing. Het centrale examen vormt een waardevol ijkpunt en fungeert als een norm: het is voor alle leerlingen gelijk en kan daardoor een bijdrage leveren aan het bevorderen van kansengelijkheid.

Het centraal examen vereist gestandaardiseerde toetsing. Een aanzienlijk deel van het curriculum leent zich echter niet goed voor gestandaardiseerde toetsing. Dat geldt voor vaardigheden op alle schoolniveaus en in alle vakken. En dat deel is ook nodig voor een goede start in het vervolgonderwijs. Voor dat deel is het schoolexamen bedoeld, dat voor de helft het eindcijfer bepaalt en van de school vraagt om dát te waarderen dat zich niet leent voor landelijke gestandaardiseerde toetsing.

Lees meer

In de loop der jaren is geleidelijk aan het examenstelsel uit balans geraakt. Het is daarmee minder doeltreffend dan mogelijk en heeft bijgedragen aan een verschraling van het gerealiseerde curriculum. Ook al bestaat het eindexamen voor de diplomering uit twee gelijkwaardige delen, maar al te vaak wordt het centraal examen daarin als leidend gezien. Dat vindt zijn oorzaak deels in wet- en regelgeving en inspectietoezicht, die cijfermatige resultaten van het centraal examen een rol laten spelen in de beoordeling van de kwaliteit van de school.

Door deze sturing op het centraal-examencijfer is in de huidige onderwijspraktijk op veel scholen het centraal examen leidend geworden voor de keuzes van vorm en inhoud van schoolexamens. De keuzes in het schoolexamen zijn vervolgens leidend geworden voor de overige toetsing op veel scholen. Deze keuzes in toetsing zijn bepalend voor het daadwerkelijke curriculum. Daarmee stuurt het centraal examen in sterke mate het uiteindelijk uitgevoerde curriculum.

Landelijke (gestandaardiseerde) toetsing heeft echter beperkingen. Door de krachtige sturing op schriftelijke gestandaardiseerde toetsing wordt het curriculum op de school in onder- en bovenbouw veel minder rijk aangeboden dan je zou mogen verwachten op basis van kerndoelen en eindtermen. Dit heeft een negatief effect op de motivatie van leerlingen voor het leren en belemmert de ontwikkeling van de kwaliteit van het schoolexamen: de nadruk op schriftelijke toetsen belemmert een kwalitatieve opbouw van praktische en academische (onderzoeks)vaardigheden.

Kwaliteitsborging schoolexaminering

De sector werkt aan het versterken van de kwaliteit van het schoolexamen door toe te werken naar een effectieve examencommissie, een rijke invulling van het schoolexamen en het verminderen van toetsdruk. Een examencommissie is sinds 2021 verplicht in het voortgezet onderwijs en heeft de taak om de kwaliteit van schoolexaminering te borgen. Deze verplichting vormt het formele sluitstuk van de verbeteringen die de sector heeft ondernomen na het examenincident van 2018. Ze sluiten goed aan bij de negen actielijnen van de VO-raad die toen binnen de sector zijn afgesproken.

Een effectieve examencommissie draagt op sectorniveau bij aan het borgen van de waarde van het diploma en speelt een rol bij een succesvolle invoering op de school van de herziene examenprogramma’s en kerndoelen. Daarmee kan elke examencommissie bijdragen aan het herstel van de balans tussen schoolexamen en centraal examen.

Een doorgeslagen toetscultuur

Toetsing wordt binnen het voortgezet onderwijs steeds meer ingezet als doel van het onderwijsproces in plaats van als middel om de onderwijsontwikkeling te monitoren en te bevorderen. Cijfers zijn hierbij de spil in de onderwijsloopbaan van een scholier wat ertoe kan leiden dat het ontwikkelproces en beheersing van de leerstof naar de achtergrond verdwijnt. Leren voor het cijfer, in plaats van leren voor jezelf, is hierbij kenmerkend. Op deze manier kan er een ongezonde focus op toetsen en cijfers ontstaan. Scholieren rollen van de ene toets naar de andere en ervaren stress. Als de toets voorbij is, is de stof weer snel vergeten en leert de scholier dus alleen voor een cijfer, niet om de stof te onthouden of toe te passen.

Toets- & prestatiedruk en cijferstress

Veel leerlingen ervaren steeds meer druk om hoge cijfers te behalen en zich te bewijzen via toetsen. Deze toets- en prestatiedruk heeft niet alleen invloed op hun prestaties, maar ook op het mentale welzijn. Meer dan de helft van de jongvolwassenen ervaart hun mentale gezondheid als matig of zelfs zeer slecht. De Jongerenmonitor 2023 toont aan dat 59% van de jongeren school beschouwen als een essentiële stressfactor. Deze stress is niet alleen te wijten aan cijfers en toetsen, maar ook aan de voortdurende beschikbaarheid van schoolzaken via digitale platforms en de hoge verwachtingen die jongeren aan zichzelf stellen.

De VO-raad definieert prestatiedruk als de druk die leerlingen ervaren om te voldoen aan verwachtingen, met name op het gebied van toetsresultaten en cijfers. Zij benadrukken dat een te hoge focus op cijfers kan leiden tot stress, angst en burn-out bij leerlingen. 56% van de jongeren geeft aan prestatiedruk te ervaren vanuit zichzelf of hun omgeving. Het is dan ook van belang dat scholen zorgen voor een gezonde leeromgeving die zowel de ontwikkeling van kennis als het welzijn van leerlingen ondersteunt, juist nu de druk zo extreem is toegenomen.

Formatief evalueren als tegenwicht

Bij formatief evalueren wordt toetsing in de eerste plaats ingezet als een onderdeel van het leerproces: leerlingen mogen fouten maken en krijgen feedback om hun leren te verbeteren. De ontwikkeling naar meer formatief evalueren is gestart vanuit een behoefte in het veld om leerlingen meer te betrekken bij hun eigen leerproces. Op veel scholen is deze beweging al enige tijd zichtbaar, waarbij het onderwerp vaak ook breder wordt getrokken naar een 'formatieve cultuur’. Voor scholen die (verder) aan de slag willen met formatief evalueren, is ondersteuning beschikbaar. Formatief evalueren is een bewezen manier om de druk die leerlingen vanuit school ervaren te verlagen.

Leerlingadministratie en -volgsystemen

Leerlingvolgsystemen worden op scholen ingezet om te monitoren hoe leerlingen zich ontwikkelen ten opzichte van zichzelf en in vergelijking met andere leerlingen van dezelfde leeftijd. Naast het leerlingvolgsysteem gebruiken scholen leerlingadministratiesystemenm, ook wel online schoolomgeving genoemd. In deze systemen worden bijvoorbeeld cijfers van leerlingen gedeeld en wordt het huiswerk opgegeven. Naast leerlingen hebben ook hun ouders toegang tot deze systemen.

De meningen over het gebruik van technologie om de ontwikkeling van leerlingen te volgen zijn verdeeld. Als de technologie wordt gebruikt in de vorm van een leerlingvolgsysteem, om de voortgang van leerlingen bij te houden en meer onderwijs om maat te kunnen geven, wordt dit meestal als positief ervaren. Over het online schoolsysteem waarin vooral gegevens, zoals cijfers en absentie, worden geregistreerd van leerlingen zijn er minder enthousiaste geluiden te horen. Veel leerlingen ervaren stress door het continue kunnen verwachten van cijfers. School wordt op deze manier 24/7. De VO-raad pleit van ook voor een doordacht beleid rondom het gebruik van deze administratiesystemen waarin het welzijn van de leerlingen voorop staat.

Centrale examens 2025